* het is nog te vroeg om te eten.
* als ik nu eet dan heb ik geen honger meer bij de lunch, diner..
* je hoort niet te eten (..) uur voor het slapen gaan.
* te veel cafeïne maakt me hyper.
* dat lust ik niet.
* als ik nu eet word ik moe.
* te veel suiker, maakt me hyper.
* als ik nu eet kan ik straks niet meer goed slapen.
* daar ben ik allergisch voor.
* dat kan ik niet eten, ik ben vegetarisch.
* te veel vet, daar krijg ik buikpijn van.
* de laatste keer dat ik dat at werd ik er ziek van.
* Mijn beugel is pas vaster gedraaid. Hierdoor doet eten teveel pijn.
* ik kan niet naar dat restaurant, ik heb nog een relatie gehad met de jongen die daar werkt.
* ik kan niet naar dat restaurant, daar heb ik nog gewerkt.
* ik kan niet naar dat restaurant, daar ben ik een keer uitgegooid.
* de vorige keer dat we daar aten zat er een (haar, vlieg ....) in m'n ( soep, spaghetti....)
* het is daar te chic, dan voel ik me niet zo op m'n gemak.
* ik heb daar (vorige week, gister....) nog gegeten.
* de laatste keer dat ik daar at kreeg ik voedselvergiftiging.
* ik heb gisteren nogal overgegeven van de buikgriep.
* ik voel me niet zo lekker vandaag.
* ik voelde me vandaag (vanochtend, gister....) niet zo lekker.
* mijn moeder (zus, vriend....) heeft de griep en ik denk dat ik het ook krijg.
* nee ik heb een uitgebreid diner vanavond.
* ik heb nogal veel gegeten en ik zit er nog vol van.
* ik kan nu niet eten, ga al met ( die en die....) uit eten vanavond.
* ik ga al met vriendinnen uit eten.
* ik heb net al gegeten.
* ik probeer morgen wel weer meer te eten, voel me niet zo goed worden.
* ik probeer aan te komen maar als je er zo op let is het moeilijker voor me.
* ik weet dat je wilt dat ik meer ga eten, maar als ik te snel van stapel loop word ik ziek.
* mijn therapeut vertelde me dat ik moest beginnen met (groente, fruit....) en niet met....
* het is belangrijk dat ik m'n probleem probeer op te lossen en dan pas mijn eetgewoonte, dus probeer niet zo te zeuren over dat ik meer moet eten.
* het is moeilijker voor mij om te eten als je bevooroordeeld bent.
* ik probeer eroverheen te komen maar ik kan niet zomaar weer gewoon gaan eten.
* ik weet dat het nog niet genoeg is maar ik mag niet te hard van stapel lopen.
* mijn eetprobleem word erger als jullie steeds op blijven letten hoeveel ik eet.
* ik kan niet eten als je erop zit te kijken.
* ik heb er veel van gesnoept toen ik het aan het koken was, zit nu vol.
* ik heb op ( school, werk....) al gegeten.
* dat kan ik niet eten, ik wil gezond gaan eten.
* daar kan ik niet goed tegen, krijg ik buikpijn van/ word ik misselijk van.
* ik moet gaan sorry, ben al te laat voor ( dansles, afspraak....)
* ik herinner me net dat ik ( die en die....) nog moet bellen.
* te veel huiswerk, ik eet wel in m'n slaapkamer.
* ik heb even geen tijd om te eten, (moet dat en dat....) nog doen.
* ik heb mijn moeder beloofd thuis te eten, ze word kwaad als ik te vol zit.
* ik eet ( daar, of daar....) wel.
* kun je het niet voor me in de koelkast steken? ik eet het later wel op.
* bewaar een stukje voor me, ik heb net al gegeten, ik eet het straks op.
* ik eet geen ongezonde hap./ ik eet alleen gezonde dingen.
* die saus is smerig.
* nee dat ik niet, maar ik neem wel wat fruit als je perse wil dat ik wat eet.
* ik kan niet eten als er teveel mensen bij zijn, daar word ik nerveus/zenuwachtig van.
* ik kan niet eten met hem/haar in de buurt.
* ik eet wel na de ( verjaardag, feest....)
* als ik eenmaal daar aan begin kan ik niet meer stoppen, breng me alsjeblieft niet in de verleiding.
* ik probeer gewoon zo mooi te zijn als jou.
* ik eet liever als ( die en die....) er ook is.
* sorry ik heb geen geld mee.
* ik heb wat gelezen over (dat eten....) en nu vind ik het vies.
* heb je (dat en dat....) niet gelezen? dat is erg slecht voor je.
* ik heb zo slecht geslapen vannacht, ik wil nu gewoon lekker naar m'n bed toe oké?.
* het is slecht voor me om gelijk zo veel te eten in 1 keer.
* ik kreeg net een belletje, (die en die....) heeft (dat en dat....) en ik moet er even naar toe.
* nee ik moet nu naar huis toe, moet nog (dat en dat....) doen thuis.
* ik voel nu zoveel druk, ik probeer later wel te eten.
* ik heb liefdesverdriet/zit niet goed in m'n vel, krijg gewoon niks door m'n strot in ( deze situatie....)
* denk je nou echt dat ik nu kan eten terwijl ik straks een ( toets,examen....) hebt?
* ik heb al gegeten.
* nee dank je, ik heb (nu nog) geen honger.
* ik wil dit niet eten, het ligt gelijk zo zwaar op m'n maag.
* het is nu te warm, ik eet het later op.
* ik heb zoveel water gedronken en m'n buik zit nog te vol.
Maak jouw eigen website met JouwWeb